Voeding
Een kat is een vleeseter. Dit wil zeggen dat katten nood hebben aan dierlijke eiwitten en die kunnen ze niet halen uit groenten en fruit. Onder andere het eiwit taurine is een levensnoodzakelijk bestanddeel dat katten niet zelf kunnen aanmaken en dat enkel in vlees zit. Bij een tekort aan dit eiwit ontstaan problemen.
Er zijn gelukkig veel commerciële voeders voor katten beschikbaar, zodat men niet elke dag naar de slager moet voor vers vlees. De meeste beschikbare voeders hebben de juiste samenstelling om aan alle voedingsbehoeftes van katten te voldoen. Het is dan ook niet nodig om deze voeding aan te vullen met andere dingen.
In tegenstelling tot honden, eten katten de hele dag door kleine beetjes. Het makkelijkste is dan ook om éénmaal per dag uw kat de hoeveelheid te geven voor de hele dag. De poes zal dan zelf eten wanneer ze zin heeft.
Het is niet nodig om regelmatig van voeding (ander merk) te veranderen. De meeste katten zijn zelfs erg gehecht aan hun voeding en zullen verandering niet op prijs stellen! Sommige katten zijn zo koppig dat ze zelfs zullen weigeren te eten. Kies een merk en blijf erbij indien er zich geen problemen voordoen.
De keuze tussen droge brokken of blikvoer hangt af van de eigenaar. Droge brokken zijn beter voor de tanden. Blikvoer kan meer stoelgang geven die de neiging heeft meer te ruiken.
Er moet steeds voldoende vers water beschikbaar zijn. Een kat die droogvoer krijgt zal meer water drinken dan een kat op blikvoer.
Let er ook steeds op dat het voer goed bewaard wordt zodat het niet bederft: goed de voederzak luchtdicht afsluiten of in een speciale voedercontainer voor kattenbrokken doen die luchtdicht kan afgesloten worden. Nat voer wordt best in de koelkast bewaard.