Shock
De term shock wordt in de volksmond en in de media vaak gebruikt voor een toestand waarin een mens kan verkeren na een plots ernstig psychisch trauma. In de medische literatuur spreekt men in deze gevallen van acute stress-stoornis. De term shock betekent in de medische wetenschap iets helemaal anders. (Trauma is overigens nog een woord dat een andere betekenis heeft in de medische wetenschap dan in het dagdagelijkse leven: een trauma is in de medische literatuur elke verwonding van weefsel. Wat de volksmond een trauma noemt, noemt men specifieker een psychisch trauma.)
Shock is het syndroom (het geheel van symptomen) waarbij een dier er niet meer in slaagt om de bloedcirculatie op gang te houden en de organen van voldoende zuurstof te voorzien. Het is een medisch spoedgeval dat snel tot de dood kan leiden.
Men onderscheidt 4 soorten van shock, afhankelijk van de oorzaak:
- Hypovolemische shock
Door plots en massaal bloedverlies is er onvoldoende bloed beschikbaar om de organen te voorzien. Deze vorm komt vaak voor bij katten na een ernstig trauma, zoals een ongeluk of val. - Cardiogene shock
Dit type shock wordt veroorzaakt door een probleem aan het hart, bijvoorbeeld door chronische hartinsufficiëntie of plots optredende ernstige ritmestoornissen. - Distributieve shock
Er is voldoende bloed aanwezig, maar het bevindt zich op de verkeerde plaats. Dit kan gebeuren als de bloedvaten plots massaal gaan openstaan (vasodilatatie) waardoor er veel bloed in de grote bloedvaten zit en er te weinig is voor de haarvaten in de organen. Oorzaken zijn een sterke allergische reactie (anafylactische shock) en een septische shock (door een bacterie-infectie in de bloedbaan). - Obstructieve shock
Door een belemmering in de bloedsomloop kan het bloed niet voorbij de obstructie stromen, met bloedtekort in de andere organen tot gevolg. Voorbeelden zijn een longembolie (verstopping van een longader door een bloedklonter), een harttamponade (ontstaat door het vollopen van het hartzakje met vocht, waardoor het hart niet meer volledig kan vullen) en een pneumothorax (lucht in de borstholte zodat de inhoud van de borstkas niet volledig kan benut worden, meestal door een open wonde in de wand van de borstkas).
Symptomen
Onafhankelijk van de oorzaak zijn de symptomen van shock steeds dezelfde: de te lage circulatie leidt tot een bloeddrukval waardoor de organen onvoldoende bloed krijgen en zullen belemmerd zijn in hun werking.
Het lichaam reageert op de shock en zal proberen de circulatie zoveel mogelijk te herstellen door het hart sneller te laten werken: de pols is snel. De circulatie naar minder essentiële organen wordt verminderd door de bloedvaten te laten samentrekken: de huid en slijmvliezen worden bleek.
Door shock ontstaan een zuurstoftekort in de organen wat een versnelde, oppervlakkige en vaak zware ademhaling als reactie heeft.
Door het zuurstoftekort zal het dier angstig, gedesoriënteerd, verward of apatisch zijn. Bewustzijnsverlies kan snel optreden.
Afhankelijk van de oorzaak kunnen andere symptomen aanwezig zijn.
Diagnose
De diagnose is voor een dierenarts makkelijk te stellen ahv de symptomen en het onderzoek.
Behandeling
Shock is een medisch spoedgeval. Indien niet wordt ingegrepen is de kans groot dat de kat sterft.
In eerste instantie zal getracht worden om de circulatie terug op gang te brengen door het toedienen een infuus om het volumeverlies van het bloed te compenseren. Intraveneuze medicatie (in de de ader) kan helpen om de bloeddruk terug op pijl te krijgen.
De andere behandelingsmogelijkheden zijn afhankelijk van de oorzaak en het type van de shock:
- Hypovolemische shock: stelpen van de bloedingen om verder bloedverlies tegen te gaan.
- Anafylactische shock: hoge dosis snelwerkend corticosteroïde om de onderliggende allergische reactie te behandelen.
- Septische shock: hoge dosissen intraveneuze antibiotica.
- Cardiogene shock: toediening van medicijnen die de hartfunctie ondersteunen.
Pas als de patiënt stabiel is zal worden overgegaan tot behandeling van andere symptomen.
Prognose
De prognose is afhankelijk van de oorzaak en de snelheid van behandelen. Anafylactische shock en hypovolemische shock kunnen goed behandeld worden als men er tijdig bij is.
Voor septische en cardiogene shock is de prognose slecht.